Translate

vrijdag 18 maart 2016

Cultuur: Isadou en JawJaw (+ Marrons)

Vertrekken naar Isadou
Op 15 maart zijn we vanuit Paramaribo vertrokken richting Isadou. We werden opgehaald aan ons verblijf, we moesten ongeveer 3 tot 4 uur rijden naar Atjoni. Hierna moesten we nog 40 à 50 minuten met een korjaal varen tot Isadou. 

Terwijl we met de korjaal vaarden zagen we veel dorpen die gelegen zijn op de Surinaamse rivier. Op veel van deze dorpen wonen Marrons. 

Marrons
Geschiedenis
Vanaf het begin van de kolonie zijn slaven de plantage ontvlucht. Deze weglopers werden tegen het einde van de 18e eeuw Marrons genoemd van het Spaanse cimarron waarmee ontsnapt vee werd aangeduid. De Marrons konden gemakkelijk vluchten omdat de plantages veelal grensden aan het bos of moerasgebieden. Daarna kon stroomopwaarts het oerwoud ingetrokken worden, waar landbouwgronden en dorpen aangelegd wereld. Bij gebrek aan levensmiddelen, munitie en vrouwen pleegden de marrons overvallen op plantages, soms met gewelddadige afloop. Vanaf 1760 kwamen langzaam vredesverdragen op gang naar voorbeeld van Engelse ervaringen op Jamaica. De Marrons met wie vrede was gesloten, werden voortaan bosnegers genoemd. De Marrons zijn overigens slaven die afkomstig uit Afrika, maar naar Suriname zijn gehaald.

Surinaamse rivier 
Rond de Surinaamse rivier liggen 66 dorpen gelegen. De Surinaamse rivier is erg belangrijk voor deze dorpen omdat ze er de afwas in doen, douchen, tanden poetsen, vissen, varen, koken met het water, etc. 

De rivier werd vroeger gebruikt als een vluchtroute, voor de slaven. Omdat de slavendrijvers van vroeger de slaven wouden terughalen, dus hadden de slaven een vluchtroute uitgestippeld. Ze hadden hun dorpen zo gebouwd dat ze op elk moment konden vluchten door met de stroming mee te gaan (verder het binnenland in). Hierdoor waren de slaven heel erg snel op een andere plaats.

Opperhoofd en kapitein 
Over alle dorpen waakt één opperhoofd, hij is eigenlijk de "baas" over deze 66 dorpen. Per dorp is er ook een kapitein, hij is de “baas” van zijn eigen dorp. Als de kapitein problemen heeft of dingen wilt bespreken kan hij dat doen met het opperhoofd. Je kan dit vergelijken met de koning van ons land en de burgemeester van een stad. 
Een dorp blijft ook altijd in de familie, je kan niet zomaar als buitenstaander een dorp kopen. Als de kapitein sterft, zal iemand anders van de familie het dorp leiden. Dit gebeurd telkens door een man en nooit door een vrouw. 

Woning 
In de meeste gevallen zijn de dorpen nog erg traditioneel. De mensen wonen nog in een houten hutje. Het dak is gemaakt van palmbladeren. De hutjes zijn niet groot maar hier wordt enkel in geslapen. De keuken is gemaakt in een aparte open hut. Er wordt gekookt op een houtvuurtje. De mensen hebben meestal meerdere hutjes zoals o.a. een hut voor de keuken, voor de kinderen, voor de ouders, … Deze staan altijd geplaatst in een soort kring zodat je ziet dat er één gezin woont. Daarom was het voor ons heel moeilijk om de weg te vinden omdat het lijkt dat alle huizen gewoon door elkaar staan.

Kledij van de Marrons 
De meeste vrouwen lopen hier vanboven naakt rond, dit wil niet zeggen dat de vrouwen dit niet kunnen betalen maar dit is gewoon traditie. De jongere vrouwen dragen wel traditionele kledij. Het is een gekleurde doek die ze op een bepaalde wijze knopen. Ook de mannen dragen deze kledij. Zij lopen niet naakt rond. De mensen lopen hier erg veel op blote voeten. Als ze schoenen dragen om vb. naar school te gaan, dragen ze gewoon slippers.  

Eten 
Waar we versteld van stonden, was dat iedereen hier eet wanneer hij/zij wilt. Het is dus niet zo dat ze gezellig aan tafel zitten te eten. Waar je zin hebt om te eten, eet je. De mensen zijn hier erg zelfvoorzienend. Ze gaan nog jagen, vissen en hebben een eigen koopgrond (moestuin) en hier eten ze dan van. Dus niet zoals wij het gewoon zijn even naar de winkel te gaan. 

Verschil mannen en vrouwen 
Je merkt hier ook nog een duidelijk verschil tussen de mannen en de vrouwen. De vrouwen gaan naar de koopgronden om de aardvruchten te plukken. Ze doen de huishoudelijke taken en zorgen voor de kinderen. De mannen gaan jagen in het bos, verzamelen materiaal om te verkopen  zoals vb. hout in de jungle, maken boten om te verkopen,… 

Overlijden 
Wat wij ons afvroegen was dat als hier mensen zouden sterven, omdat het toch een hele reis is naar de stad. Wij dachten dat de mensen begraven zouden worden in de stad, maar dat is niet zo. De mensen worden gebalsemd met kruiden en ze werden in een kist gelegd. De kist werd meteen dicht gedaan, deze werd geopend op de dag van de begrafenis. Normaal gezien in België ligt een persoon ongeveer 4 à 5 dagen bij de begrafenisondernemer. Hier ligt een jong persoon 2 weken en hoe ouder je bent, hoe langer dat je ligt. En hoe belangrijker dat je bent voor het dorp, hoe langer dat je ligt zoals vb. de kapitein ligt gemiddeld zo’n 3 maanden voor hij begraven wordt.

Jaw Jaw
Offerplaats
In JawJaw was er een offerplaats die gebruikt wordt om te offeren. Hier werden geen dieren of mensen geofferd maar wordt gebruikt als iemand ziek is. Ze gebruiken hier dan kruiden om de ziekte te genezen. Deze offerplaats is gemaakt uit steen. Het is een klein stenen huisje wat geverfd is. Helemaal niet traditioneel meer.  Vroeger werden er gewoon 4 pilaren in de grond gezet en dat was de offerplaats.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten